Het was droog en de zon deed verwoede pogingen om een sfeervolle herfst te presenteren in Den Bosch. En onder die condities togen we allen naar Museum Slager, dat zich leek te hebben verstopt achter statige gevels in centrum Den Bosch. Bij binnenkomst bleken we een waar juweeltje te zijn binnengestapt. We werden welkom geheten door de Vrienden van het museum in de persoon van mevrouw Spermon-Marijnen, bij velen van de regelmatige bezoekers van NFVM-bijeenkomsten beter bekend als Renée. En het bleef niet bij een welkomstwoord. Een kakelverse en onvervalste Bossche bol viel ons ten deel. En of dat de oorzaak was van een vlotte en succesvolle ALV, weten we niet. Maar binnen een uur hadden we alles afgehandeld. Met leden uit alle windstreken van het land, van Veere tot Drachten en van Delft tot Venlo. En zij hebben alle gelegenheden aangegrepen om met elkaar informatie en ervaringen uit te wisselen.
De statutenwijzigingen werden bij acclamatie goedgekeurd, de contributieverhoging en de begroting voor 2025 goedgekeurd en de herbenoeming van de penningmeester was binnen mum van tijd gefikst. De voorzitter gaf tot slot nog enige details over onze gesprekken met de Museumvereniging en de vergadering was voorbij. Was er dan helemaal geen discussie? Jazeker wel. Rondom de pecunia van de federatie kwamen suggesties en concrete voorstellen om daar in de komende ALV dieper op in te gaan. Het bestuur kreeg enig huiswerk om criteria vast te stellen voor een jaarlijkse aanpassing van de contributie om niet weer over een tijdje ver achter de kostenontwikkelingen aan te lopen. Ook is er behoefte aan criteria om het minimum- en maximumvermogen vast te stellen.
En toen was het de beurt aan het Museum, waarvan de naam misschien wel ontstaan is bij een beoefenaar van de vleesverwerking, maar nu toch vooral en alleen verwijst naar een schildersfamilie van 8 schilders in drie generaties. Met een introductie door de directeur, Thomas Vriens, en bezichtiging met rondleiders. Beetje kort om alles goed te kunnen bekijken, dus we zullen er nog een keer naar toe moeten, maar dat vinden ze bij het Museum niet erg.
foto’s@Saskia van Eenbergen
De Vrienden hadden ook met de lunch de Brabantse touch met een warm worstenbroodje niet vergeten. Prima verzorgd en lekker, waarvoor onze dank. En toen kwam de verrassing. We werden door Renée ingedeeld in drie groepen en die gingen elk (onder begeleiding) huns weegs in Den Bosch om een andere bezienswaardigheid te aanschouwen.
Groep 1 ging naar het Groot Tuighuis, het archeologisch centrum van Den Bosch en gevestigd in een voormalige middeleeuwse kerk, die ook nog een hele tijd gediend heeft als opslagplaats van wapentuig, vandaar de naam. Bijzonder boeiende rondleiding viel die groep ten deel.
Groep 2 bezocht de kathedraal en het huis van Jeroen Bosch wat na een dramatische instorting weer is herrezen.
Groep 3 kwam alvast in de sfeer in het Oeteldonks Gemintemuzejum ofwel Carnavalmuseum en die weten alles over de historie en alle bijzonderheden van het carnaval.
Stipt 15 uur was het verzamelen geblazen om het plein van het Noordbrabants Museum, waar Renéé ons alles wist te vertellen over het gebouw en haar historie alsmede vroegere en recente bekende provinciebestuurders. En aangezien zij zich ook een tijd als Statenlid voor de provincie verdienstelijk heeft gemaakt, ging dat niet zonder de nodige anekdotes.
Zij begeleidde ons via de Statenzaal naar het aangrenzend Designmuseum om de bijzondere gevelbekleding ervan te aanschouwen. En daarna gingen we regelrecht naar de Gedeputeerdenzaal voor de borrel en bitterbal, en dat waren ook brabantse!
foto’s@Jan Seij
Kortom, een op alle fronten geslaagde dag met heel veel dank aan Renée en haar collega’s.